Onderwijsvormen
Er zijn vele verschillende soorten onderwijs. Om als ouder een goede keuze te kunnen maken tussen verschillende soorten scholen, is het fijn om alles te weten van deze scholen. Ook als leerkracht kun je goed van deze informatie gebruik maken. Daarnaast veranderen er nogal eens dingen in het onderwijs. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan het passend onderwijs. Door deze informatie actief te volgen, blijf je op de hoogte.
Soorten onderwijs
Daltononderwijs
Het daltononderwijs is opgericht door Helen Parkhurst. Deze Amerikaanse pedagoge vond dat leerlingen zelfstandigheid moesten leren. Daarnaast vond ze het belangrijk dat leerlingen leerden samenwerken en dat ze om konden gaan met de zelfstandigheid en vrijheid die ze kregen. Uit deze visie ontstond het
daltononderwijs.
Montessorionderwijs
Het
montessorionderwijs is opgericht door Maria Montessori. Deze Italiaanse arts en pedagoge vond het belangrijk dat leerlingen zelf leerden leren. Door zelf te ontdekken en zelf te doen, konden zij veel meer bereiken. Om dit te doen ontwikkelde Maria speciaal materiaal. Dit materiaal nodigt uit om te ontdekken en zorgt ervoor dat kinderen er zelf achter komen wanneer zij iets fout doen.
Freinetonderwijs
In Nederland komt het
freinetonderwijs niet veel voor. Toch is deze vorm van onderwijs er één die niet weg te laten is. Célestin Freinet was een Franse dorpsonderwijs. Hij merkte dat leerlingen school saai en stom vonden. Hier wilde hij iets aan doen. Daarom besloot hij ze mee te nemen op excursies en in de natuur. Door daar te leren, merkte hij dat de leerlingen enthousiast en gemotiveerd werden. Ook vond hij het belangrijk dat de leerlingen en de leraar gelijkwaardig waren.
De vrije school
Een
vrije school is vrij van overheidsbemoeienis. Deze vorm van school is bedacht door Rudolf Steiner. In dit onderwijs staan het hart, het hoofd en de handen centraal. Leerlingen leren kennis, maar ze leren hier ook iets bij te voelen. Daarnaast doen ze iets met hun handen, dit is vaak creatief. In de school worden zoveel mogelijk natuurlijke materialen gebruikt. Ook gaat de leerkracht steeds met één klas mee. De leraar is de acht jaar lang van dezelfde leerlingen leerkracht.
Jenaplan
In het
jenaplan besteden ze aandacht aan vier belangrijke pijlers: werken, leren, vieringen en het kringgesprek. Deze pijlers zijn allemaal even belangrijk. Er wordt dan ook evenveel aandacht besteed aan ieder onderdeel. Dit wordt meestal gedaan door middel van een thema of project. Zo is er een rode draad door een heel project heen en kunnen alle pijlers aan bod komen. Deze onderwijsvisie is bedacht door Peter Petersen.
De Nutsschool
De
Nutsschool is niet afhankelijk van een levensbeschouwing of maatschappelijk richting. Wel hebben deze scholen een belangrijke visie. Hierin is het belangrijk dat leerlingen respect hebben voor elkaar en anderen. Daarbij hoort ook respect hebben voor andere levensbeschouwingen en verschillen tussen mensen. Kinderen groeien op in een multiculturele samenleving, dus ze moeten hiermee om kunnen gaan.
Ervaringsgericht onderwijs (EGO)
Ervaringsgericht onderwijs is ontstaan in 1979. De Belgische onderwijskundige Ferre Laevers heeft deze vorm van onderwijs ontwikkeld. Bij deze onderwijsvorm wordt er vanuit een ervaringsgerichte houding gekeken naar de ontwikkeling van kinderen en problemen op sociaal-emotioneel gebied. Het ervaringsgericht onderwijs vindt het belangrijk dat kinderen lekker in hun vel zitten (welbevinden) en betrokken zijn bij de lessen. Deze pijlers zijn de basis voor dit onderwijs. Ze doen er dan ook alles aan om deze twee belangrijke doelen te bereiken door middel van bijvoorbeeld speciale werkvormen.
GISDO (Geïntegreerd Interactief Semi-Digitaal Onderwijs)
In het
GISDO onderwijs ICT van groot belang. Leerlingen werken in groepjes van 4 kinderen. Zij zitten aan een ronde tafel en hebben één computer voor het groepje beschikbaar. Door middel van een speciaal dagplan wordt het onderwijs ingedeeld. In het dagplan staat wat een leerling gaat doen en hoe hij dit aan moet pakken. Ook staat er of een leerling op de computer moet werken of niet. Doordat het dagplan aan de leerling kan worden aangepast, kan er makkelijk worden aangesloten bij het leerniveau van een bepaald kind. Leerlingen gaan zelfstandig of in hun groepje aan de slag. De leerkracht krijgt hierdoor een coachende rol. Hij zorgt ervoor dat leerlingen goed kunnen werken en biedt ondersteuning.
Ontwikkelingen
Passend onderwijs
In het
passend onderwijs is het belangrijk dat er zoveel mogelijk leerlingen naar het reguliere onderwijs gaan. Op deze manier kunnen zij leren van andere leerlingen en voelen zij zich niet anders. Daarnaast staat in het passend onderwijs dat scholen zorgplicht hebben. Als een leerling niet op een school past, moet deze school zelf een nieuwe plek vinden voor de desbetreffende leerling. Dit zorgt ervoor dat er zoveel mogelijk leerlingen naar school kunnen.